Als een menselijke huid Wat is architectuur? Lotus, de bijdrage van Daan Roosegaarde aan Façade 2012, zou men kunnen opvatten als een mogelijk antwoord op de vraag naar het wezen van de architectuur, opgevat als een bebouwde omgeving die de mens beschutting biedt. Was architectuur in de opvatting van de klassieke auteur Vitruvius een organisch verband van de gelijkwaardige principes nuttigheid, schoonheid en stevigheid, in de eigentijdse architectuur is daar in ieder geval ook een fysieke kwaliteit bij gekomen. Architectuur moet als een huid gegoten zitten. Als een huid die zich tegelijkertijd opent en afsluit, die binnen- en buitenwereld op een dynamische manier verenigt. Dat is het gebied van de menselijke maat en precies daar zoekt Daan Roosegaarde een antwoord op de vraag wat architectuur is. De wand van vier meter lang, twee meter hoog en een halve meter breed bestaat uit ruiten die elk kruisvormig zijn opgedeeld in vier vlakken, als punten van een taart, als facetten van een diamant. De puntvormige vlakken zijn gemaakt van een door Roosegaarde zelf ontwikkeld, flexibel materiaal, dat op het niveau van de micromillimeter opgebouwd is uit lagen die het vermogen hebben te reageren op warmte. Als een menselijke hand dicht langs de wand beweegt, krullen de punten lenig om. De menselijke warmte laat de wand opengaan en vervolgens een licht gloeien dat achter het folie verborgen zit. En als de warmtebron verdwenen is, sluiten de ruiten weer net zo soepel en dooft het licht. Een wand van folie als de poriën van de huid. Dat de wand een curve is, heeft alles te maken met de menselijke maat. Want anders dan een rechte muur die alleen maar een grenst trekt door de ruimte, die in tweeën deelt en juist niet verbindt, definieert de curve de verhouding van de mens tot de ruimte. Niets menselijker dan een ronding. Want een curve deelt niet alleen, maar verbindt ook en omsluit, roept althans die suggestie op. Wie de kromme lijn van Lotus in gedachte helemaal doortrekt, komt aan de perfecte ronding die zich om de mens heen sluit. De cirkel is de volmaakte vorm waarin begin en einde aan elkaar raken en die zo de schepping verbeeldt waartoe de mens zich verhoudt. Maar de volledige realisatie van de cirkel is niet noodzakelijk om dat idee van menselijke maat op te roepen, het idee op zichzelf volstaat al. Daarom kan Lotus zich beperken tot de curve. Zoals de koepel van het Pantheon in Rome een halve bol is die als vorm krachtig genoeg is om het volledige beeld van de ronding op te roepen, het symbool van de mens en zijn wereld. Roosegaarde werkt op het snijvlak van beeldende kunst, architectuur en technologie. Hij verbindt op onorthodoxe manier disciplines om nieuwe antwoorden te vinden voor een wereld in verandering, voor de stad van morgen. Lotus is zo’n antwoord. Het is een prototype voor architectuur die oude grenzen verlegt. Deze wand scheidt niet maar verbindt. Door de fysieke reactie van het materiaal wordt de wand een vloeiend overgangsgebied tussen binnen en buiten. Zoals ook een façade dat is. De wand van Daan Roosegaarde is als een lotusbloem die leeft van warmte, die opengaat als de energie er is en die zich weer sluit als de koude nacht dat vraagt. Een metafoor voor wat we menselijkerwijs van de architectuur verwachten. Gepubliceerd in catalogus Façade 2012, Middelburg Terug naar overzicht |