Ria en Lex Daniëls:

We verzamelen eigenlijk verzamelingen

Namen, veel namen. Lex Daniëls leest ze voor vanaf het computerscherm. De verzameling miniatuur kunstwerkjes is professioneel geadministreerd. Naam, afmeting, jaartal en foto die in vele gevallen net zo groot is als het object in werkelijkheid. Zo’n 1700 stuks telt de collectie waarvan de kleinste van Guillaume Lo-A-Njoe is en 1 ½ bij 1 ½ cm meet. Het grootste werk is een grafkistje met een vis van Edward Kienholz dat ca. 25 cm hoog is. “Eigenlijk iets te groot,” volgens Daniëls. Het is hun miniatuurmuseum.

Het is ontstaan omdat ons budget beperkt was. We zijn begonnen met de groep kunstenaars met wie we zaken deden. Ze hebben op ons verzoek iets gemaakt dat niet groter mocht zijn dan 10 bij 10 cm. Met de meeste kunstenaars van wie we een werkje hebben in ons museum zijn we bevriend. Mensen als Botero, Marlene Dumas, Roy Lichtenstein, Robert Mangold. Ook Damien Hirst heeft speciaal een werkje gemaakt. Kunstenaars vinden het verhaal leuk. Alleen Daniel Buren deed het niet. Die vond dat zijn strepen alleen in de grote, openbare ruimte thuis horen. Lichtenstein schreef ons dat hij het een eer vond dat hij in ons miniatuurmuseum hing. Terwijl wij het natuurlijk een eer vonden om iets van hem te hebben.

Van Arman hebben we wel 10 werkjes. Daniel Spoerri wilde eerst niet toen we hem vroegen. We hebben toen bij een poppenwinkel een heel klein tafeltje gekocht, kop-en-schoteltjes en bestek. Toen hij dat zag, kon hij niet meer terug. Hij begon aan een mini-assemblage en kreeg er steeds meer plezier in.

Het miniatuurmuseum heeft het Guiness Record Book gehaald. Aan een van de wanden van hun kantoor, bedekt met foto’s van openingen in hun galerie, hangt de oorkonde, gedateerd 11 oktober 1999. De collectie telde toen 1457 stuks en was afkomstig van kunstenaars van 51 nationaliteiten. Als grootste museum ter wereld noemt Guiness de Hermitage in St-Petersburg, het kleinste is hun miniatuurmuseum.

“Aanvankelijk hebben we de miniatuurtjes gehangen in het trappenhuis van onze woning in Buitenveldert. Kriskras door elkaar. Toen ze even weggehaald moesten worden voor enig herstel, leken de muren wel lekgeschoten. Het werden er ook te veel. Daarom hebben we er een grote vitrinekast omheen laten bouwen van ongeveer 2 meter 50 hoog en 2 maal 3 meter lang, met een trap ertussen. De constructie is verdeeld in kamertjes die verlicht zijn en aan weerszijden afgedekt met glas. Jammer eigenlijk, maar als je dat niet doet ben je binnen twee weken door je collectie heen. De kast heeft een jaar of tien in het AMC in Amsterdam gestaan, en ondanks het glas is er toch veel uit gejat. Daarna heeft het miniatuurmuseum nog in de Fortisbank gestaan. We zoeken nu naar een blijvende plaats.” Onlangs hebben ze met het Haags Gemeentemuseum afgesproken om hun miniatuurmuseum in 2011 tentoon te stellen.

Ons miniatuurmuseum willen we tonen. Wat wij thuis hebben, is privé, daar heeft niemand iets mee te maken. We willen niet koketteren met wat we hebben. Eigenlijk willen we ook niet dat er in huis gefotografeerd wordt, hooguit een enkel ding.

Thuis en in de opslag is onze collectie, dat is onze wereld. De verzamelingen maken daar deel van uit. Met verzamelingen gaan we door tot ze naar ons idee compleet zijn. We beginnen aan iets en willen het dan afmaken. We verzamelen eigenlijk verzamelingen.

Dat zijn de miniatuurtjes, de Ibeji- beelden uit Nigeria. Of het kistje vol met gesigneerde polaroids van Araki. En dan is er ook nog hun project Kunst van geld, een verzameling kunstwerken op A-4 formaat met een bestaand bankbiljet als uitgangspunt. Die verzameling bestaat uit 300 werken en is vier jaar geleden te zien geweest in het geldmuseum in Utrecht. Daniëls leverde de bankbiljetten, kunstenaars maakten er op verzoek een werk van. “Herman Brood vroeg 100 biljetten van 10 euro. Dat zou natuurlijk een werk opleveren groter dan A-4, maar we deden het toch. Dat geld was ik dus kwijt, maar dat maakte hij weer goed met een kunstwerk.”

Ria en Lex Daniëls zijn galeriehouder

Gepubliceerd in Museumtijdschrift nr. 7, oktober 2010




Terug naar overzicht