Josje Janse – de Ronde Bresser:
Verzameling als zelfportret Foto’s, waar je ook kijkt. Aan de muur, in rijen tegen de muur, in lades en natuurlijk in portfoliostandaards, hèt meubelstuk waaraan je de collectioneur van foto’s of prenten herkent. Een boekenkast tot de randen gevuld met veilingcatalogi. “Ik ben geabonneerd op alle veilingcatalogi. Ik spit ze allemaal door, streep de voor mij belangrijke dingen aan, zet er kruisjes bij, markeer de pagina’s met ezelsoren. Ik ben totaal geen mens voor fotoboeken, vroeger knipte ik er zelfs gewoon foto’s uit. Ik wil foto’s zien, er niet over lezen.” Josje Janse is zelf amateurfotograaf. Ze heeft cursussen gevolgd, ze heeft bij Vrij Nederland het fotoarchief geordend en beschreven maar heeft vooral het vak geleerd door te werken bij fotografen als Rien Bazen, Philip Mechanicus en vooral bij Willem Diepraam. “Van Diepraam heb ik ook het verzamelen afgekeken. Toen ik een erfenis kreeg, wist ik het wel. Ik werd verzamelaar. Of ik een verzamelaar ben? Dat denk ik wel ja. Omdat ik van de foto’s geen afstand kan doen. Ik kan me niet voorstellen dat ik iets verkoop. Ik heb onderhand een verzameling, omdat er een eenheid in zit, ondanks mezelf. Dat bleek bij de expo in Huis Marseille waar ze in 2005 een keuze uit haar collectie kon laten zien. Haar finest hour als verzamelaar, tot nu toe. “Ik was vrij, kon laten zien wat ik wilde. Dus moest ik uitzoeken, kiezen. Dan blijkt dat ik een voorliefde heb voor stadslandschappen, de oorlog, vrouwen met kinderen. Kinderen ontroeren me, ik heb altijd kinderen willen hebben, van jongs af aan. En zo wordt een tentoonstelling een portret van jezelf, althans volgens mensen die me kennen. ” In het begeleidende gidsje een van haar favorieten: de foto van een Italiaanse immigrante, net gearriveerd in de nieuwe, vreemde wereld van New York. Lange rokken, op haar hoofd een bundel stoffen, het donkere gezicht half in de schaduw. Een foto van Lewis W. Hine, ca. 1910. “Ik heb daar lang naar gezocht, overal gevraagd, tot ik ‘m uiteindelijk op een veiling tegenkwam. Meteen gekocht, natuurlijk.” Ze laat andere toppers zien. Een foto van Erich Hartmann, gemaakt tijdens de opnames van de film The Misfits, de laatste film van Marilyn Monroe. Ze zit in een auto, met een man en een hond. Ze kijken alle drie een andere kant uit. “Daar ben ik toevallig tegen aan gelopen op een veiling, was nog goedkoop ook. Ik ga graag naar veilingen, daar zie ik foto’s in het echt, kan ze aanraken.” Een foto van Eva Besnyö van een moeder met een baby. Haar mooiste: een foto van Boris Ignatovich uit 1937, in 1998 gekocht in New York. Aan de rand van een rivier een witte merrie met een zwart veulen, zoekend naar de moedermelk. En links, wat meer naar achter, een moeder met een bloot kind dicht tegen zich aan dat gewassen gaat worden. “Hier zit heel mijn verlangen in. Deze foto zal ik nooit wegdoen.” Een aankoop begint in een veilingcatalogus. Een beeld treft haar, de vorm zet aan tot scherper kijken, er groeit een verhaal bij. Dan gaat ze erachteraan, naar de veiling, in Keulen, Parijs, Berlijn, Londen en twee keer per jaar naar New York. Wat gebeurt er met je verzameling als jij er niet meer bent? “Natuurlijk zou ik willen dat mijn kinderen ermee door zouden gaan, maar dat zal wel niet gebeuren. Ik zou het ’t leukst vinden als alles geveild wordt als mijn collectie. Met een veilingcatalogus, die in de kast van mijn kinderen komt te staan als de verzameling van hun moeder. Zo leef ik dan voort, net zoals hun grootvader wiens geërfde geld in de verzameling zit.” Een veiling, de laatste veiling, de ultieme bevestiging van de verzamelaar. Met een catalogus, een boek, voor één keer. Josje Janse – de Ronde Bresser is huisvrouw Gepubliceerd in Museumtijdschrift, nr. 8, december 2008 Terug naar overzicht |