KetelFactory, open en beweeglijk

In de korte tijd van haar bestaan (sinds 2009) heeft de KetelFactory in Schiedam zich een opmerkelijke status verworven. Het is een plaats waar de kunst op ongewone manier aandacht krijgt. De spotlights staan minder gericht op losse werken dan op het kunstenaarschap, minder op een statische tentoonstelling dan op beweging, ontmoeting en vooral verdieping.

Het begon met een gebaar van Carel Nolet, eigenaar van het familiebedrijf dat sinds 1691 drank stookt, onder andere onder de naam Ketel 1. Hij wilde iets doen voor Schiedam, uit maatschappelijke betrokkenheid. Nolet stelde het gebouw beschikbaar dat ooit, in de negentiende eeuw, nog een melkfabriek was geweest en dat in de vorige eeuw onderdeel van het Noletcomplex was geworden. Hij vroeg zijn nicht, glaskunstenaar Winnie Teschmacher, om een plan te bedenken voor een inhoudelijk zinvolle besteding van het gebouw. Het moest in ieder geval iets moois worden voor Schiedam. “Ik heb het aanbod aangenomen en ben na gaan denken over omstandigheden waaronder ik zelf als kunstenaar mijn werk ergens wil tonen, en vooral ook over de manier waarop ik het niet wil, door ervaring wijs geworden. Zo is de formule gegroeid van de KetelFactory als een bijzondere plaats voor de beeldende kunst.” Nolet stelt het gebouw en het geld ter beschikking, Winnie Teschmacher is verantwoordelijk voor de inhoud en de organisatie. Een effectieve manier om vorm te geven aan eigentijds mecenaat.

De ruimte in de KetelFactory is betrekkelijk klein, zeker in verhouding tot het ambitieuze programma. De grijze, hardstenen vloer meet zo’n 120 m2, er zijn drie redelijk grote wanden en drie kleinere. Geen zalen dus om flink uit te kunnen pakken met schilderijen of beelden. De ruimte is bovendien dwingend en eigenzinnig, hier moet de kunstenaar iets anders doen dan het installeren van een conventioneel overzicht van zijn werk. Maar wat zich aandient als een beperking is omgezet in een kans om de diepte in te gaan, om op andere manieren het kunstenaarschap te belichten. Voor het in beeld brengen van de context waarin een kunstenaar zijn werk maakt ben je niet afhankelijk van vele vierkante meters muur.

portretten

Teschmacher heeft een formule ontwikkeld die vooral beweging tot stand wil brengen. Ze kiest voor het individuele kunstenaarschap, met ruimte voor onverwachte wendingen, in directe verbinding met een beperkt maar zeer geëngageerd publiek. En, niet onbelangrijk, in autonomie. Zij nodigt een kunstenaar uit die er zelf een collega bij kiest; soms ook vraagt ze zelf twee kunstenaars als ze een confrontatie wil van hun beider werk. “Hoe dan ook, het is de bedoeling dat ze elkaars werk kennen, dat ze elkaar in hun atelier opzoeken, in dialoog gaan en zo samen deze ruimte veroveren. Als het mogelijk is maken de kunstenaars site specific werk, zoals Madelon Hooykaas die een videoprojectie heeft gemaakt op een wandtekening. Soms kan dat niet omdat de kunstenaar een manier van werken heeft die veel tijd vergt, zoals in het geval van Jan Andriesse die een bestaand werk heeft geïnstalleerd.”

In de filosofie van de KetelFactory is het belangrijk dat de bezoekers relevante dingen te weten komen over de kunstenaar en zijn werk, en liefst uit zijn eigen mond. Een effectieve vorm daarvoor is het videoportret dat gemaakt wordt door Kim Zeegers. De kunstenaar vertelt daarin over zijn fascinaties en de inspiratiebronnen die in zijn werk een belangrijke rol spelen. De portretten zijn helder en snedig. Ze tonen de kunstenaar die tegen de achtergrond van enkele werken vertelt over wat hem of haar bezielt en zo de kijker enigszins binnen voert in zijn wereld. De portretten worden op de site gezet en zo ontstaat een langzaam groeiende catalogus in digitale vorm.

Er zijn vijf manifestaties per jaar die elk ongeveer acht weken duren. Bij de recente tentoonstelling van Jan Andriesse en Winnie Teschmacher in de hoedanigheid van glaskunstenaar waren er zo’n 1500 bezoekers. Vanwege de beperkte ruimte kan maar een deel daarvan aanwezig kan zijn bij het moment van verdieping, in de geest van deze plek de Distillatie geheten. “Ik vraag de kunstenaars een van hun fascinaties uit te werken voor die dag van verdieping en vervolgens kijken we welke sprekers we daarbij uit kunnen nodigen. In het werk van Karin van Pinxteren bijvoorbeeld speelt het heelal een grote rol. Daar hebben we een hoogleraar astronomie, een theologe en een auteur bij uitgenodigd die vanuit hun professionele denkkader met elkaar en de kunstenaar in gesprek zijn gegaan, in aanwezigheid van een publiek van maximaal 45 mensen. Zo’n bijeenkomst besluiten we altijd met een maaltijd. Soms is het een gesprek, een debat, maar het kan ook een lezing zijn, een film of een concert. Zo heeft het Ives Ensemble de compositie For Philip Guston van Morton Feldman uitgevoerd te midden van de schilderijen van Steven Aalders en Ton van Os die allebei inspiratie putten uit deze componist van minimal music.” Het Distillaat gaat over kunst en spiritualiteit, over kijken en denken.

De bezoekers anders laten kijken naar kunst, dat zou je de missie kunnen noemen die de KetelFactory onderscheidt van zo veel andere kunstinstellingen. Hoe de KetelFactory te benoemen? Galerie, kunsthal, museum, kunstenaarsinitiatief, een podium? Winnie Teschmacher: “We zijn van alles wat, eigenlijk. Behalve een museum want we hebben geen eigen collectie. We kopen ook uitdrukkelijk niet teneinde de bewegingsruimte zo optimaal mogelijk te houden. Na afloop nemen de kunstenaars hun werk weer mee, behalve natuurlijk wat op de wand getekend of geschilderd is. Daar gaat de witkwast overheen. Ons budget gaat op aan alles wat het kunstenaarschap dient in relatie tot het publiek. En voor de kunstenaars is er natuurlijk een honorarium.” Om het resultaat van zo’n acht weken durende periode niet in de vergetelheid te laten opgaan wordt het proces afgesloten met een boekje. Een catalogus op zakformaat. Mooi gemaakt door grafisch ontwerper Berry van Gerwen, geïllustreerd met foto’s van de kunstenaar en het werk en voorzien van korte, heldere teksten, zijn de boekjes zelf al een collectors item. Ze zijn de apotheose van een initiatief dat veel meer dan een tentoonstelling is. Een presentatie in de KetelFactory is een work in progress, met alle openheid en beweeglijkheid die kunst eigen is.

Gepubliceerd in Museumtijdschrift, nr. 7, november 2011




Terug naar overzicht