Luc Tuymans - De macht van het beeld

Luc Tuymans onderzoekt in zijn schilderijen de illusie en de manipulatie van het beeld. Een interview.

door Frits de Coninck

De tentoonstelling in het Brusselse Wiels vormt de afsluiting van een drieluik, dat begon in Tokio en Antwerpen (2006-07) met ‘Les Revenants’, over de wereld van de Jezuïeten. Een wereld die zowel uitdrukking is van een humanistische utopie als een symbool van macht en netwerken. In 2008 volgde in Amerika ‘Forever – the management of magic’, gewijd aan Disneyworld, een ontmanteling van de utopie door toedoen van entertainment. In Wiels is het laatste luik te zien, ‘Against the Day’, schilderijen die gemaakt zijn naar aanleiding van televisiebeelden, iPhone, computerspellen, internet, YouTube etcetera.

Overal ter wereld is uw werk al tentoongesteld, maar nog niet eerder in uw eigen hoofdstad.

“Dat is België. In Brussel regeert de Franstalige bourgeoisie en die is totaal gedesinteresseerd. We hebben tien jaar lang werk achtergehouden voor het Museum van Schone Kunsten in Brussel. Daar hebben ze niks mee gedaan. Pas onlangs hebben ze een werk gekocht, te laat natuurlijk en dus te duur. De directeur van Wiels is van West-Vlaanderen, gelukkig. Met groot genoegen open ik deze tentoonstelling in Wiels. Ze is een prelude op een grotere tentoonstelling die nu door Amerika reist, samengesteld uit al het werk dat de Amerikaanse musea van mij gekocht hebben.”

Het drieluik stelt de macht van het beeld aan de orde.

“Ja, ik wil in mijn werk de macht onderzoeken. Onderzoek naar de werking van het beeld, niet om een beeld machtig te maken. De macht van het westers beelddenken. In het Westen gaat men uit van het geloof in het beeld, niet van beeldscepsis. De Jezuïeten gaan net als Rubens bijvoorbeeld uit van beelden voor een groot publiek. Ik wantrouw dat, ik wil beelden voor een enkeling. Niet die veramerikanisering, die cultuur die het beeld heeft geïnstrumentaliseerd. En daarmee het geweld. Voor ‘Against the Day’ heb ik zo veel beelden bekeken, onwezenlijke beelden zoals die in alle media te zien zijn, eigenlijk quasi-pornografische beelden die ik schilderend herschep.”

Quasi-pornografisch?

“Al die dingen waar men naar kijkt, waar een prikkel vanuit gaat en waar verder niks wezenlijks aan is.”

Wat wilt u met het beeld dat u gebruikt?

“Voor mij is het een conglomeraat van banaliteiten en dat wat mij persoonlijk raakt. Door het te schilderen geef ik het een traagheid en daardoor digitaliseer ik het bij wijze van spreken. Ik zoek het archaïsche in beelden. Het gelijknamige schilderij ‘Against the Day’ heb ik in twee versies gemaakt. Het laat een tuinman zien met een schop in de grond, in werkelijkheid een buurman die in het donker, op mijn aanwijzingen, in de hoek van zijn tuin is gaan staan. Een beeld dat neerwaarts gericht is, tegenover de schilderijen van de Jezuïeten en hun barok die juist omhoog gericht zijn. ‘Against the Day’ is wat de Fransen noemen ‘entre jours’, de nacht dus.”

scherpte

De schilderijen in Brussel heeft hij speciaal voor deze gelegenheid gemaakt. De doeken hangen aan de wand van zijn atelier in Antwerpen. Tuymans werkt het liefst op een groot doek dat direct op de muur wordt bevestigd en dat groter is dan het uiteindelijke schilderij. De ruimte die hij aan de randen overhoudt gebruikt hij om te testen of de verf goed gemengd is en om de kwasten uit te strijken.

Het moment van schilderen, dat is D-Day.

“Ik schilder een doek in één dag, om de flow vast te houden. Natuurlijk kan ik later op details terugkomen, maar in principe moet het er dan zijn, eerst in mijn hoofd, dan in een keer op doek. Aan ‘Alice in Wonderland’ heb ik 14 uur aan een stuk gewerkt, daarna was ik total loss. Ik kan een schilderij nooit meer namaken, ik kan de tijd nooit overdoen.

Ik ben er lang van tevoren mee bezig, naar het zoeken van het specifieke van de beelden, eigenlijk naar het onspecifieke dus. Dat wat zich op de grens van het reële bevindt. Dat wordt de metastructuur. Ik zoek nooit deletterlijke weergave, dat is oninteressant. Geen kopie dus van de werkelijkheid. Door beelden van beelden te maken wil ik de werkelijkheid, onze wereld, intensiveren. Het liefst zoek ik beelden op internet, waar alles wordt gelijkgeschakeld. Ik kies mijn beelden zowel strategisch als intuïtief. Het schilderij ‘Bagdad Sniper’ bijvoorbeeld heb ik op YouTube gevonden. Het staat op mijn iPhone, het ligt als het ware in mijn hand. Door het te schilderen koppel ik het terug naar een werkelijkheid.”

U schildert licht dat als een sluier over het beeld hangt.

“Ook op ‘Against the Day’ schilder ik een kunstlicht, een gedigitaliseerd licht dat een onscherpte suggereert. Maar dat is schijn. Ik probeer juist zo scherp mogelijk de onscherpte te schilderen. Achter dat licht gaan de kleuren schuil, het licht dat ik schilder trekt alles naar elkaar toe. Het roept een spanning op en houdt afstand. Ik probeer zo weinig mogelijk empathie te ontwikkelen tot dat wat ik afbeeld.”

U ontleent beelden aan de moderne media, u maakt in uw manier van schilderen ook gebruik van de techniek van film, tv en fotografie, met name polaroids. Hoe verhouden de polaroids zich tot het schilderen?

“In 1995 heb ik voor het eerst polaroids gebruikt bij het schilderen. Voor mij is het nooit fotografisch materiaal. Ik ben geen fotograaf. Het is toevallig schetsmateriaal. Ik zou geen goede foto kunnen maken. Voor een goede foto moet je in het moment zitten. Ik zoek juist de vertraging. En daarmee ook de afstand, tot het beeld zelf en ook tot het proces van het schilderen.

Die overgang van licht naar donker, zo schilder ik ook. De directheid van de polaroid heeft veel te maken met de onmiddellijkheid die het beeld voor mij moet hebben. Alleen zo kan het tot de kijker komen. Die moet het afmaken. En ook dat gaat met vertraging. Een tweede vertraging, na die van het schilderen.”

Hoe filmisch zijn uw schilderijen?

“Een recente film als ‘There will be blood’ is belangrijk voor me. En ‘ Control’ van Anton Corbijn die begint met louter beeld, zonder enige dialoog en dat een kwartier lang. Er is wel een verhaal, maar niet lineair en niet in letterlijke zin. Zoiets is schilderkunstig belangrijk. Tijden en situaties die door elkaar lopen. Dat streef ik na in ‘Against the Day’, dat de banaliteit van de ogenschijnlijk willekeurige beelden zonder het letterlijke verhaal op een iconologische hoogte komen en dat dat uit te breiden is naar andere beelden.”

kunstmarkt

Tuymans is een van de invloedrijkste schilders van dit moment. Zijn werk wordt in alle grote musea getoond. De prijzen zijn enorm gestegen en dat betekent dat hij te maken heeft met de macht van kopers en handelaren, met de markt die reputaties kan maken en breken.

Heeft u als kunstenaar nog enige invloed op wat er met uw werk gebeurt?

“Ik heb met mijn galeriehouders Frank Demaegd in Antwerpen en David Zwirner in New York goede afspraken gemaakt hoe met mijn werk om te gaan. We vragen particuliere kopers om het minstens tien jaar te houden en als ze het willen verkopen om dat te melden aan de galerie. We proberen handelaren buiten de deur te houden. Zo zijn we aan de speculatieve golf ontsnapt die de prijzen opgeblazen heeft. Dat onlangs een werk van Peter Doig voor acht miljoen geveild is, een wanstaltig bedrag. Met Marlene Dumas gebeurt hetzelfde. Ik wil dat liever in eigen hand houden. Ik vind het minstens zo belangrijk dat musea mijn werk kopen en tonen. Van in ’t begin geven we flinke korting aan musea die het anders niet meer kunnen redden met hun beperkte budgetten. Ik geloof in het instituut museum. Onlangs heb ik negen werken weggeven om ten bate van kunstinstellingen geveild te worden.”

Hoe bedreigend is de kunstmarkt?

“In 1992 deed Saatchi mij een voorstel. Een miljoen per jaar voor al het werk dat ik dat jaar zou maken. Dat heb ik geweigerd. Hij mocht los werk kopen voor de normale prijs. Dat heeft hij ook gedaan maar op een gegeven moment heeft hij toch alles in een keer op de markt gegooid. Dat hebben mijn galeristen en ik gezamenlijk kunnen recupereren. We hebben het opgekocht en vervolgens aan museale instellingen doorverkocht. We hebben al vaker werk op veilingen teruggekocht. Ik houd alles in de gaten.”

Wat merkt u van de financiële crisis?

“Ik beschouw de crisis van nu ook als een kans. De tweedehandsmarkt, die van de handelaren, is in grote problemen. Dat betekent minder speculatie en een terugkeer naar de primaire markt, die van de galerie en eerste koper. Ik hou van verzamelaars die vroeg hebben gekocht, die trouw zijn gebleven, die gekocht hebben uit liefde en passie. Het speculatieve gedrag van de laatste jaren is ook ridicuul. Dat een werk van mij op de markt zo veel meer waard is dan een werk van Ensor of een beeld van Lehmbruck. Waanzinnig.”

Gepubliceerd in Museumtijdschrift, nr. 4, juni 2009




Terug naar overzicht