Lucassen:

Kunst maakt de mens volledig

Kunstenaar-verzamelaar Lucassen is een geboren kijker. Hij ziet de dingen vroeg en scherp, en durft te kopen: goed en op tijd. In zijn leefruimte grote doeken van Lucebert, Jean Brusselmans, Jan Roeland, Afrikaanse beelden, een multiple van Dali, een beeld en een vroeg schilderijtje van Theo Niermeijer. Veel is opgeslagen in het grote huis. Is dit een verzameling? Ja, ik denk wel dat ik een verzameling heb. Ik heb in ieder geval meer dan 50 werken. Ik ben een verzamelaar, een kunstenaar-verzamelaar. Ik heb grote voorbeelden. Asger Jorn, Picasso, Max Ernst, Breton, die verzamelden ook. Maar ik ben niet echt aan het bouwen aan een verzameling. Ik wil wel van een kunstenaar meer dingen hebben, uit verschillende periodes. Ik voel me geëngageerd met kunstenaars die ik goed vind. Zoals Lucebert, Heijboer, Alphons Freymuth, Roger Raveel, Marc Maet, Herbert Zangs, Iris Kensmil, Ossip. Ik heb vrij veel geruild, met collega-kunstenaars. Daarnaast koop ik wel bij galeries. Ik heb overigens als verzamelaar helemaal geen band met een galerie. Ik heb zelfs wel eens gekocht bij een galerie waarvan ik de eigenaar gewoon onsympathiek vind. Als ik iets moois zie, vergeet ik alles eromheen. Op veilingen, vooral in Duitsland, heb ik mooie grafiek gekocht, vooral van de avant-garde, eerste helft 20e eeuw. Van Max Ernst, Jean Arp, Max Beckman. En grafiek van Beuys.

Ik voel een enorme passie om kunst te kopen. Toch doorgaan, ook als het eigenlijk niet meer kan. Zo’n verzamelaar ben ik wel. In tweede instantie is het ook verstandelijk. Ik wil een zekere verantwoordelijkheid nemen voor de kunst van nu. Ik wil bijdragen aan het behoud. Dat is niet alleen voor de kunst maar ook voor de kunstenaar belangrijk. Uit oogpunt van beschaving voel ik me daartoe verplicht. Maatschappelijk is het voor de kunstenaar nog altijd slecht. Een mecenaat bestaat hier eigenlijk niet, grote verzamelaars zijn er ook weinig. Wij Nederlanders zijn een volk van kruideniers, boeren en cententellers. Hier begint de belangstelling voor kunst pas als men denkt het te kunnen verkopen.

Ik wil in mijn leefruimte geen eigen werk om me heen. Dan blijf ik twijfelen: dit kan anders, dat is niet goed. Ik kan niet stoppen, zelfs als het werk eigenlijk wel goed is. Wanneer is iets af? Ik werk al zo lang aan een schilderij en als ik het dan ook nog eens hier om me heen heb, houdt het nooit op. Misschien hebben andere kunstenaars dat ook, maar dat is dan hun probleem, niet het mijne. Dus wil ik uitsluitend hun werk om me heen. In mijn atelier wil ik alleen zijn met m’n eigen werk. Ik verdraag daar niemand anders. Ik wil alleen zijn. Stilte, afzondering. Dus ook geen bel of telefoon. In m’n atelier is m’n werk nog niet af, dus wil ik ook niet dat iemand anders het ziet. Ik zou dan het gevoel krijgen dat het bezoedeld wordt.

Een aankoop levert me altijd energie op, ook in m’n eigen werk. En wat ik ’t laatst gekocht heb, is me het meest dierbaar. Dat is nu een litho van De Chirico die ik net in huis heb.

Ik zag jaren geleden deze multiple van Salvador Dali. Ik was totaal overdonderd, kon er met m’n verstand niet bij, was aan de grond genageld. Gekocht dus, maar in m’n eigen werk kan ik er niks mee.

In principe doe ik niks weg. Ik koop liever twee dingen dan dat ik één ding verkoop. Ik heb ’t wel eens moeten doen, in tijden dat ik ’t financieel moeilijk had, maar met pijn in ’t hart. Zo heb ik ooit een assemblage van Gaston Chaissac verkocht. Ik zag ‘t in Parijs, jaren 70, zo maar bij toeval. ’t Kostte niks. De enige die dat in die tijd zag was Dubuffet. Daarna is Choissac pas ontdekt, met gevolgen voor de prijs.

Lucassen is schilder

Gepubliceerd in Museumtijdschrift nr. 8, december 2009




Terug naar overzicht