In het licht van de rozevingerige dageraad

De tentoonstelling van werk van Willem de Kooning in Nederlands museaal bezit heeft een sterk particuliere aanleiding. Vorig jaar stierven Edy de Wilde en Rudi Oxenaar, beiden bestuurslid van De Pont en in hun meer actieve carrière o.a. museumdirecteur. Als zodanig was De Wilde de eerste die voor het Stedelijk werk kocht en was het Oxenaar die hem het eerst hier toonde. Zij onderkenden de kwaliteit van de zwaar veramerikaanste Willem (Bill) De Kooning en brachten hem weer “thuis”. Wat er in zijn geboorteland aan werk aanwezig is, is nu te zien in De Pont in Tilburg.

Het is een beperkte, mooie tentoonstelling: zeven olieverfschilderijen op doek, twee olieverven op papier of karton, twee houtskooltekeningen opgedragen aan Edy de Wilde en zijn vrouw Nono en vijf bronzen beelden van mensfiguren. Die beelden zijn een schenking van de kunstenaar aan het Stedelijk dat in 1968, vrij laat eigenlijk, zijn eerste grote overzichtstentoonstelling in Nederland organiseerde. In 1956 overigens was zijn tentoonstellingsdebuut in Nederland, in het Haags Gemeentemuseum waar Oxenaar toen conservator moderne kunst was. Op die expositie van 50 jaar kunst in de USA werden de drie doeken van De Kooning amper opgemerkt.

Heerlijk aan deze tentoonstelling is dat Rosy Fingered Dawn at Louse Point uit 1963 weer te zien is. Het is het mooiste schilderij dat De Kooning gemaakt heeft. De Wilde heeft het waarschijnlijk gezien in 1963 tijdens zijn bezoek aan de schilder en het een jaar later gekocht. Het eerste schilderij van De Kooning in een Europees museum. Let wel, hij was toen al lang en breed het kopstuk van het Amerikaanse abstracte expressionisme en eigenlijk ook een van de belangrijkste schilders van de twintigste eeuw. Sandberg had het bij zijn bezoek aan New York in 1949 nog niet aangedurfd.

Rosy Fingered Dawn is zo’n bijzonder schilderij waar je speciaal voor naar een museum gaat. Zo’n werk dat jarenlang op dezelfde plaats hangt en sluipenderwijs een ijkpunt wordt. In dit geval voor het expressionisme en het vrije schildersgebaar dat juist in Europa van na de oorlog de kunst zo lang beheerst heeft. Door de jarenlange sluiting van het Stedelijk is ook dit doek van De Kooning voor langere tijd aan het oog onttrokken. Dit eerbetoon aan Oxenaar en De Wilde brengt het weer even in het daglicht, in een presentatie die weliswaar beperkt is maar die eens te meer toont dat De Wilde voor het Stedelijk klassieke werken heeft verworven.

Rosy Fingered Dawn is een lofzang op de schilderkunst. De Kooning heeft het geschilderd nadat hij het heftige New York had verlaten en zich had gevestigd op de punt van Long Island, aan de boorden van de Atlantische Oceaan. Het is precies de atmosfeer van die nieuwe omgeving die je hier ziet. Met grote ogen van verwondering van iemand die dat voor het eerst ziet. Wat het eerst opvalt is de leegte in het midden van het doek. Leegte in grijswit geschilderd, leegte die de plek markeert waar een onafzienbare watervlakte grenst aan een grote lap land en indrukwekkende wolkenluchten. En die leegte schildert De Kooning bij zonsopgang, dat merkwaardige overgangsmoment waarop nog het roze te zien is van de nacht die zich met de dag vermengt en daardoorheen straalt het eerste goudgele zonlicht. Zeker in vergelijking met zijn latere werk is dit doek stil en bezonken. Het ontleent zijn naam aan de eerste regels van de Ilias waar Homerus de roze vingers beschrijft die de nieuwe zon uitstrekt over de aarde. Het combineert atmosfeer, licht en lucht in grote kleurvlakken. Centraal het grijswit en naar de randen toe het roze, het geel, hier en daar mistig groen en beige. Alles op z’n plek om die bijzondere ervaring op te roepen van de nacht die voor de dag wijkt, op de grens van water en land.

Pal er tegenover hangt “Morning, The Springs” uit 1983, het laatste schilderij dat De Wilde van De Kooning kocht. Tussen hen was inmiddels een hechte vriendschap ontstaan. Die Morning is om een andere reden bijzonder. Het is een van de doeken die het einde markeren van De Koonings toptijd. In de jaren ’80 deed Alzheimer steeds sterker z’n vernietigend werk.Hij schilderde weliswaar door, op het einde liep hij zelfs met pampers aan in het atelier, maar het werk dat hij toen maakte is erg discutabel. Sterk is het niet meer, het lijkt een maniertje geworden omdat die heftigheid, die kracht der tegenstellingen ontbreekt. Naar De Kooning-norm wordt het dan steeds slapper; het is niet onwaarschijnlijk dat de prijzen die inmiddels booming waren de familie ertoe hebben gebracht vooral maar schilderijen te laten produceren. Er wordt zelfs beweerd dat naaste medewerker Tom Ferrara De Koonings heeft geschilderd. Maar dat terzijde. Deze Morning is nog steeds top. De basis (wit) is nog leger geworden, de expressieve vormen die De Kooning erin schildert zijn dun en lang, beheerst, overwogen. Het is een doek met een uitgesproken ritme.

Tussen die twee in hangen vier schilderijen die een veel turbulentere De Kooning laten zien. Veel voller, veel heftiger, veel meer beweging. “North Atlantic Light” toont de wisselvalligheid van het licht en het weer aan de kust. Zee, licht en lucht zijn niet meer afzonderlijk waarneembaar maar mengen zich met veel gedoe en lawaai. Niks geen meditatieve rust, maar door elkaar heen donderende elementen. Hier deins je even voor terug. Zoals voor zijn beruchte vrouwenportretten. Er hangt er hier geen, maar de gestalten in het wel aanwezige “Two Figures in a landscape” doen er sterk aan denken. Niemand die vrouwen zo sensueel en vals, zo hatelijk en toch aantrekkelijk kon schilderen als De Kooning.

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, bijlage Persoonlijk, 2006




Terug naar overzicht