Rob Willemsen & Dorke Huijbregts
In kunst vind je jezelf Een gewone huiskamer met ongewone dingen aan de muur. Marijke van Warmerdam (een grote zeefdruk op spiegelglas), Lüppertz, Ido Vundering, een beeld van Tom Claassen en uitzicht op een beeld van Henk Visch in de tuin. De collectie is heel divers, meer het resultaat van impuls dan van berekening. Ze hebben relatief veel tekeningen, Paul Kleman is met 4 stuks goed vertegenwoordigd.. Op tafel liggen voor de gelegenheid twee ringmappen met de kunstadministratie. Alles wat ze kopen documenteren ze nauwkeurig. Ze gebruiken daarvoor formulieren die eigenlijk bedoeld zijn voor de inventarisatie van oude kunst. Aan een student kunstgeschiedenis de taak elk werk kort en min of meer objectief te beschrijven. De motivatie om zich in de eigentijdse beeldende kunst te begeven is nauw verbonden met hun vroegere werk. “In mijn actieve beroepsleven had ik te maken met cijfers, tabellen, prognoses. Dingen die altijd letterlijk moeten kloppen. Het is in de kunst dat 1 + 1 ook 3 kan zijn. Kunst is voor mij een belangrijke verrijking, een verbreding van mijn scoop.” Aldus Rob Willemsen. Echtgenote Dorke Huijbregts beaamt dat: “Ik heb altijd in de hulpverlening gewerkt. Ik had te maken met dingen waarin mensen vast kunnen lopen, maar ook zaken die mensen bewegen. Kunst heeft daar iets mee te maken, net als met het vinden en hervinden van jezelf.” Ze zijn allebei van huis uit vertrouwd met kunst en willen dat doorgeven aan hun twee kinderen. Omdat het huis te klein is voor de verzameling hangt een deel bij hen. In de hoop dat ook zij het pad van de kunst vinden. “Laatst belde onze zoon trots met de mededeling dat hij een schilderij van Patrick Bergsma had gekocht, gezien in de stand van het Financieele Dagblad op de Tefaf. Anders dan wat wij gekocht zouden hebben en dat is maar goed ook. Kinderen moeten hun ouders van zich afschudden.” Toen ze nog student waren en armlastig kochten ze al wat kleine dingen. Onder andere een kleuretsje in Parijs dat ze onlangs aan hun eerste kleinkind hebben gegeven. Hun eerste serieuze aankoop dateert van 1986, door toeval ingegeven. “Toen mijn ouders gingen verhuizen, hadden ze een container voor hun huis voor alles wat wegmoest. Ik zag daar tot mijn schrik een paneeltje in liggen, heb het eruit gevist en naar Sotheby’s gebracht. ’t Bleek een schilderijtje te zijn van Van de Leemputte. Nooit van gehoord, maar het bracht wel fl 2.500 op. Daarvan hebben we bij de galerie van Riekje Swart ons eerste serieuze werk gekocht: een gouache van de Fransman Boisrond.” Zoals zoveel kunstliefhebbers heeft de Kunstkoopregeling het hen mogelijk gemaakt kunst te kopen. De eerste keer een schilderij van Theo Kuijpers in 1987. “Als de bank ons meldt dat een contract binnenkort afloopt, hebben we dat heerlijke gevoel: hè, we mogen weer, we kunnen weer iets kopen. Kopen gebeurt meestal samen, soms alleen. Als de ander het echt niet wil, wordt het ook wel eens teruggebracht. “Wat wij aan foto’s hebben, heb ik gekocht” , aldus Dorke. Terugkijkend vinden ze dat ze per ongeluk een verzameling opgebouwd hebben. Zelf spreken ze daar niet over. Zoals het ook anderen zijn die een samenhang denken te zien. Ik dacht dat ik een lijn in onze kunstaankopen ontdekt had, maar veel vaker denk ik: waar is die lijn gebleven? Kopen volgens plan en een drang naar volledigheid is hen vreemd. “In wat wij kopen zijn we emotioneel en impulsief.” Rob Willemsen was econoom in de thuiszorg, Dorke Huijbregts was directeur van een welzijnsorganisatie Gepubliceerd in Museumtijdschrift, nr. 2, maart 2008 Terug naar overzicht |