Wat je schildert, ben je zelf In Het Domein in Sittard toont Wouter van Riessen voor het eerst zijn werk solo. Sinds ongeveer 15 jaar is hij min of meer constant aanwezig in overzichten van eigentijdse Nederlandse schilderkunst, in Sittard krijgt hij eindelijk de kans zelf een tentoonstelling te maken: schilderijen, tekeningen, zeefdrukken, foto’s en in de consumptieruimte van het museum ook een grote muurschildering. Van Riessen wordt dit jaar 40, is in het midden van zijn carrière en daarmee heeft deze show ook het karakter van een balans die opgemaakt wordt. Zijn oeuvre is eigenzinnig. Het heeft een onvervreemdbaar eigen beeldtaal en een inhoud die zich minutieus en traag ontwikkelt rond het beeld dat hij van zichzelf heeft. Van Riessen schildert, tekent en fotografeert zichzelf, ook als hij een dier of een pop afbeeldt. Een tijger, een trekpop, Bert (van Ernie), Christus: hij ontsnapt nooit aan zichzelf en projecteert dus zijn zelfbeeld in het object. 1992, het begin van zijn carrière, een jongen nog. Nu 15 jaar later een kunstenaar met een eigen oeuvre. A full grown man, zoals de tentoonstelling heet, net als een song op z’n vers uitgebrachte cd. Wat onveranderd is gebleven, is die verwondering. In Sittard hangt een foto van hem uit 2007 waarop hij tegen zijn gezicht een andere foto drukt, uiteraard ook van hem zelf. Het gezicht op de gefotografeerde foto is “gefotoshopt”, wat een lichtelijk uitvergroot, koel, geabstraheerd beeld oplevert waarvan alleen de rechterkant, met een oog dus, zichtbaar is. De meer echte kop is ook niet helemaal waarheidsgetrouw. Met een groothoeklens heeft hij het eigen gezicht wat ronder gemaakt. Zo kruipen beeld en werkelijkheid naar elkaar toe, met altijd de verwondering in die grote ogen. Het rechteroog van de bewerkte foto, het linkeroog van de gefotografeerde kop. Naast de ogen is ook de hand nog altijd een opmerkelijk verschijnsel. Op de cover van het ter gelegenheid van de tentoonstelling uitgegeven boek (zijn eerste catalogus !) staat hij weer met zo’n grote hand, net als op dat eerste schilderij. Nu onmiskenbaar van hemzelf. Man en hand, twee hoofdrolspelers, samen op de foto. Op deze foto (een lambdaprint op aluminium uit 1994, gemaakt met zelfontspanner) is hij het zelf die met ogen van verwondering kijkt naar de hand die hij ter hoogte van het gezicht opheft, en profil, duim maximaal gestrekt, de vingers in een lijn. Het is net alsof de hand het tegenprofiel vormt van de kop, alsof die twee elkaar op hun plaats houden. Van Riessen zoekt de grenzen van zijn identiteit en rekt die voortdurend op. Zijn instrument is de spiegeling, de verdubbeling en dat soms heel letterlijk zoals de foto uit 2007. Alles staat in dienst van deze langzame zoektocht. Hij schildert de dingen met die karakteristieke, heldere contourlijnen. Alles stevig in het picturale vlak, zonder hiërarchie, zoals Léger dat ook deed. Dat geeft de vormen volume. Zeker in de stijlopvatting van Van Riessen. Hij schildert in acryl en elke kleur volkomen vlak. Al vlug in zijn carrière heeft hij vastgesteld dat de meer plastische olieverf niet past bij wat hij zoekt. Wat hij wil, is de dingen een eigen leven laten leiden binnen een zorgvuldig overwogen compositie, binnen de wereld van het zelfportret wel te verstaan. Ook de eigen kop is gewoon een ding. Of je nu over zijn hand schrijft, over Bert, een paard of een tijger, het gestileerde masker, een spotneus, in het werk van Wouter van Riessen gaat het uiteindelijk altijd om het beeld van zichzelf. Dat beeld, een gestaag uitbreidende mini-universum, zit vast in zijn vingers. Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad, bijlage Persoonlijk, april 2007 Terug naar overzicht |