Ornis Althuis:

Jong en ambitieus

Hij is jong, 22 jaar. Iets meer dan een jaar geleden is hij op zijn eigen manier in de wereld van de beeldende kunst terecht gekomen, via internet. Internet is een ongelooflijk groot publiek domein waar zo veel te vinden valt. Daar kun je uren per dag mee bezig zijn. Ik ben voortdurend op zoek naar plaatjes die me aanspreken, dingen die me raken. Maar een plaatje zegt natuurlijk niet alles, heel lastig om precies in te schatten wat het is en vooral hoe groot. Als iets wat ik zo gekocht heb, binnenkomt, in bubbeltjesplastic verpakt, is het altijd weer een verrassing wat er tevoorschijn komt.

Hij bezoekt op internet “gallery’s” (spreekt het consequent op z’n Engels uit). Als hij een interessant schilderij gevonden heeft, overlegt hij met zijn vader. Daarna volgt een ontmoeting met de galeriehouder, soms gewoon in een hotel. Hij regelt de aankoop, vader betaalt.

Hij zoekt ook op marktplaats, e-Bay en op veilingsites. Het kleine schilderij van Anton Henning is de eerste aankoop op een veiling. Ik heb een gokje gewaagd en gewonnen. Bij een andere Henning hebben we het net niet gehaald. Ik was boos, hadden we maar... Sommigen vinden veilingen niks, te second hand. Tot nu toe heb ik alleen via telefoon of internet geboden. Ik wil het ook een keer in de zaal meemaken.

We spreken elkaar in het huis waar zijn vader het ontwerpbureau heeft. Aan de muur werk van Jan Knap, Chantal Joffe, Katherine Aertebjerg, Jan de Maesschalck, Salvo, Michael Kirkham, Anton Henning en beelden van Marliz Frencken. Vooral schilderkunst met een concrete voorstelling. Ook een gouache van Marlene Dumas. Heb ik gevonden op internet. Via via kwam ik bij deze Dumas terecht. Iemand wilde er vanaf en bood hem heel goedkoop aan, € 3000, maar hij is echt, is me verzekerd. Dumas, dat is natuurlijk een naam, die wilde ik hebben. Eigenlijk heb ik er niet eens zo veel mee, ik zou voor wat die nu waard is liever een paar schilderijen hebben maar van mijn vader mag hij niet meer weg.

Hij komt uit een artistiek nest. Vader is grafisch ontwerper, moeder beeldend kunstenaar. Ik ben als kind altijd mee gesleurd naar musea. Gezellig op zondag naar het museum, heet dat. Ik vond het totaal niet interessant, ik deed het voor mijn ouders. Nu, achteraf, vind ik het wel jammer. Ik had er zo veel van kunnen leren. Ik zag eens een tekening van Jan Knap. M’n vader zei: ga eens kijken wat er over te vinden is. Ik kwam zo in een nieuwe, fantastische wereld. Ik wist, hier wil ik absoluut verder in gaan. Mooie dingen, interessante mensen, goede gesprekken en heel veel lezen. Van alle kunstenaars van wie we werk hebben, wil ik ook alles hebben wat in boekvorm is gepubliceerd.

Ik ben naar de Frieze Art in Londen gegaan, heb me binnen gebluft op Artforum. Ik wil verzamelaar zijn. Dat is een ambitie. Ik wil iets toevoegen aan mijn leven, iets waarover ik na kan denken. De financiële kant interesseert me ook. Dat iets in waarde kan dalen of stijgen door soms onverklaarbare oorzaken. Ik wil iets opbouwen waaraan ik als verzamelaar waarde kan toevoegen. We zijn nu een jaar bezig, hebben al zo’n 15 dingen gekocht. Een nieuwe kunstenaar ontdekken en dan later kunnen meemaken dat die belangrijk is. Dat zou ik een compliment vinden. Tussen onze kunst kan ik me gelukkig voelen. Ik merk dat ik eraan hecht. Ik kan me niet voorstellen dat ik iets zou verkopen.

Hij droomt van een eigen galerie. Het bescheiden begin is er, een eigen site natuurlijk (the-o-collection.com). Ik wil het anders doen dan wat ik nu meemaak in gallery’s. Mensen in een gallery spreken zich nooit direct uit. Zoals ik ook al een paar keer heb meegemaakt dat men meer werk van een kunstenaar blijkt te hebben dan men aanvankelijk zegt. Waarom is dat? Wat zit daar achter? Ik vind dat eigenlijk ongelooflijk irritant.

Ornis Althuis is student

Gepubliceerd in Museumtijdschrift nr. 5, juli 2009




Terug naar overzicht