Marta Gnyp:

Liefdevolle hebberigheid

(auteur: Pietje Tegenbosch a.i.)

Haar leven is druk en hectisch. Haar hoofd geneigd tot analyse. Marta Gnyp werd in 1966 geboren in Polen, spreekt Nederlands, Arabisch en Russisch. Heeft kunstgeschiedenis gestudeerd naast een volle baan in het bedrijfsleven en heeft sinds vier jaar haar eigen bedrijf. In de kunst herkent ze het zoeken naar nieuwe wegen en de bereidheid tot het nemen van risico’s. Die herkenning ligt aan de basis van haar keuze om te verzamelen.

De allereerste keer dat ze voelde dat ze een kunstwerk wilde hébben, was toen ze in 2006, in de galerie van Fons Welters, een schilderij van Gé Karel van der Sterren zag en meteen verkocht was: “Ik kon helemaal voor me zien waar het werk bij mij thuis zou hangen en plotseling kwam toen als een donderslag bij heldere hemel de gedachte op dat ik het dan toch kon kopen. Dat heb ik dus ook gedaan.” Gnyp beschrijft het besef dat je kunst kunt kopen als een fascinerende ontdekking, een opwindend gevoel dat nergens mee te vergelijken is en dat haar kijken heeft veranderd. “Weten dat iets te koop is, maakt dat ik anders kijk, alerter. Het is een manier van kijken die ik mezelf heb aangeleerd, vooral op beurzen waar je weet dat de kunst is losgerukt van haar eigenlijke context. Ook in de kakofonie van zo’n beurs moet een werk je kunnen raken. Het is een droom, maar misschien geldt dat wel voor iedere verzamelaar, als je een kunstwerk ziet dat je raakt door iets dat onuitsprekelijk is, dat je niet loslaat. Dat maakt mij eindeloos nieuwsgierig.”

Marta Gnyp is geïnteresseerd in mensen. En in verhalen. Sinds ze twee jaar geleden in een impuls met verzamelen begon is ze op zoek naar het geheim van kwaliteit. “Ik raak niet uitgekeken op het mysterie achter kunstwerken. Ze vertellen zonder uitzondering een visueel verhaal, maar altijd blijft de vraag waar een werk nu eigenlijk écht over gaat.” Ze laat zich bij het verzamelen niet leiden door voorbeelden van andere collecties, maar volgt puur haar eigen smaak en is zich bewust van het feit dat het bezitten van kunst veel meer binnen handbereik ligt dan de meeste mensen zich realiseren. In haar strak ingerichte Amsterdamse appartement hangt de Gé Karel van der Sterren prominent in de woonkamer. De felle kleuren van het werk vormen een contrast met het sobere tonale van een monumentaal drieluik van de Belgische kunstenaar Jan de Cock in dezelfde ruimte. De werken hangen en staan overal in groepjes, alsof ze geordend zijn naar sfeer, een inrichting die, zoals ze zelf zegt, op intuïtie tot stand komt. Kleine werken van Claire Harvey, Pere Llobera en Michaël Borremans worden binnenkort aangevuld met een nieuwe aanwinst. Gnyp: “Ik heb net een goudkleurig konijn van Tom Claassen gekocht en dat zet ik daar in ‘de dromerige hoek’.” Op de wand ertegenover hangen tussen foto’s, tekeningen en multiples van anderen prachtige zwart-wit foto’s van de in 2004 door Harald Szeemann ontdekte Tsjechische fotograaf Miroslaw Tichy. Gnyp: “Ik had nooit gedacht dat het verzamelen zoveel te bieden heeft. Wat mij frappeert zijn de keuzes die ‘we’ maken, en hoe kunst functioneert. Als verzamelaar ben je onderdeel van ‘de wording’ van de cultuur en tegelijk onderdeel van een specifiek communicatiesysteem. Mijn passie ligt bij die processen. Mijn opwinding is in feite liefdevolle hebberigheid. Ik wil de kunst om me heen hebben, en als ze om me heen is, is ze een aanleiding.” Gnyp koopt internationaal, op beurzen en bij galeries, en denkt niet na over een strategie voor haar kunstverzameling. “Dit is het domein waar ik juist mijn gevoel wil volgen. Ik werk ook niet met een vast budget. Ik vertrouw mezelf.”

Marta Gnyp is directeur van haar eigen bedrijf, gespecialiseerd in Commodity Trading

Gepubliceerd in Museumtijdschrift nr. 1, januari 2009




Terug naar overzicht